eemhaven 003

Opinie: geen transparante besluitvorming bij Kop van Isselt en Eemoevers

door Ruud Luchtenveld

Al jaren wordt in Amersfoort gesproken over nieuwe ontwikkelingen langs de oevers van de Eem en in de Kop van Isselt (het gebied dat globaal wordt begrensd door de Amsterdamseweg, Industrieweg, de Ringweg Koppel en de Kwekersweg/Brabantsestraat)

 

isselt

Voor sommigen geldt niet de Ringweg Koppel (tot de Kwekersweg) maar de rivier de Eem als noordelijke grens.

In de afgelopen jaren heeft vooral de stadsontwikkeling  rond de voormalige industriehaven (Eemhaven) bij de Koppelpoort de aandacht getrokken (Eemplein, Kleine- en Grote Koppel,  De Nieuwe Stad, Gildenkwartier)

de nieuwe stad

Met als eerste concrete project de verkoop en ontwikkeling van de huidige locatie van de WAR richt de blik zich inmiddels ook steeds vaker op de gedaanteverwisseling van het gebied verderop aan de Eem, dat in de gemeentepolitiek vooral wordt aangeduid als de ‘Kop van Isselt’.

Het in mei 2018 verschenen coalitieprogramma van D66, VVD, GroenLinks en ChristenUnie beschrijft als ambitie:

Gebiedsontwikkeling

De aankomende periode zetten we substantiële stappen om de Kop van Isselt te ontwikkelen naar een gebied waar ruimte is voor wonen, werken en ontspanning. Om hiervoor letterlijk ruimte te maken, zal de ROVA naar een andere locatie worden verplaatst. Onderzocht wordt of dit ook voor de brandweerkazerne mogelijk is. Tegen het centrum aan en langs het water wordt een nieuwe wijk ontwikkeld met de Eem als blauw verbindingssnoer naar de historische binnenstad.”.

De Stichting Vrienden van de Eemhaven (SVE) – is in juni 2015 opgericht met als doelstelling de historische, economische en duurzame waarden van het Eemhavenkwartier te behouden en te versterken waarbij de leefbaarheid en de schaal van de menselijke maat voelbaar is. De stichting beziet daarbij de Eemhaven in haar grotere context, vanaf Havik tot en met de Kop van Isselt.

Bij de Eemhaven heeft de SVE de afgelopen jaren eerst enkele teleurstellingen moeten verwerken:

  • de Oliemolen wordt niet herbouwd;Er komt toch  hoogbouw (alles boven 15 meter volgens definitie van de gemeente) op blok 3 van het Eemplein en op de locatie van de voormalige woonunits voor studenten (ook wel Kamer 3 genoemd).
  • Maar de SVE heeft ook wel wat bereikt, namelijk:
    • het niet volledig, althans  niet op dezelfde afstand van de kade van de Eem , realiseren  van een overwegend aaneengesloten wand van 27-30 meter hoog aan de kade van de Eem in de haven aan de zijde Kleine Koppel ;
    • bij de vormgeving van het gebouw dat verrijst in plaats van de studentenhuisvesting (op Kamer 3) zal de ontworpen toren, die hoger wordt dan 15 meter, 3 meter naar achteren worden gebouwd;
    • in het Ambitiedocument 2.0 is, mede dankzij inbreng van de SVE, een verschuiving opgenomen van eerder voorgenomen hoogbouw aan de Eemkade (Kleine Koppel) in de richting van de Amsterdamseweg.

 Mede ingegeven door de ontwikkelingen rond de WAR heeft de SVE aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 een symposium en verkiezingsdebat georganiseerd onder het motto ‘bekijk het eens vanaf het water’. Dit vond plaats op 9 februari 2018. De SVE maakt zich zorgen over de manier waarop de plannen voor verdere gebiedsontwikkeling langs de Eem in de Kop van Isselt gemaakt gaan worden.  De SVE blijft ook hier pleiten voor coöperatieve gebiedsontwikkelingen en plannen maken met elkaar via een open transparant proces.

Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de boeg, op 21 maart, waren de organisatoren zeer benieuwd hoe de diverse politieke partijen hierover denken. Willen zij het ‘maken van de stad’ aan professionals overlaten of geven zij meer zeggenschap aan de inwoners van Amersfoort? De partijen gaven aan dat de burger beter bij gebiedsontwikkelingen moeten worden betrokken en er leek een draagvlak te zijn voor het ontwikkelen van een Masterplan voor de ontwikkelingen rond de Eem op basis van co-creatie.

  • De SVE had Jan Poolen (Zeep Architecten), Maurits van Hoogevest (Habitoo), Tom de Wit (SVE) en Frans Soeterbroek (Ruimtemakers) bereid gevonden om het debat te voeden met de nodige beelden en informatie. De SVE was verheugd dat Frans Soeterbroek   op deze bijeenkomst sprak., Frans  is een landelijke autoriteit op het gebied van participatie en democratische- en bestuurlijke vernieuwing met diverse publicaties op zijn naam (Ruimtemakers)

 Anders dan bij de invulling van de laatste fase van het Eemplein (blok 3 , inmiddels gestart met bouw Eemerald), waar de procesvorming al in een vrij vergevorderd stadium was, is dat bij de ontwikkeling van de Kop van Isselt en het verder westelijk van de Eemhaven vormgeven van ontwikkelingen langs de Eemoevers niet het geval.  Daarom pleit de SVE hartstochtelijk voor co-creatie bij de ruimtelijke vormgeving van die gebiedsontwikkeling. 

Co-creatie was ook al het sleutelwoord bij het symposium dat de SVE op 3 december 2015 organiseerde in de Stad van Cahen. Het begrip wordt in de nieuwe planologie en stedenbouw alom aangemerkt als de meest ideale vorm om burgers en belanghebbenden daadwerkelijk te betrekken bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Het idee dat het dan altijd alleen maar zou mogen gaan om een blanco vel waarop een ieder naar hartenlust zijn creativiteit mag botvieren zonder zich rekenschap te geven van woningbehoefte of recreatieve wensen (laat staan zich te bekommeren om oplopende kosten en grondexploitaties) is een karikatuur.  Ook bij co-creatie kunnen wel degelijk vooraf randvoorwaarden en spelregels (ook over de duur van het proces en de afrondende besluitvorming) worden vastgelegd.

Er worden ook wel tegengeluiden gehoord als het gaat om ruime burgerparticipatie en/of co-creatie. Vaak is de argumentatie dan dat die vormen veelal niet tot de beste plannen leiden, omdat stedenbouw en architectuur vakdisciplines zijn die een doorslaggevende invloed op de planontwikkeling zouden moeten houden of hebben. Ook wordt soms geopperd dat burgers onvoldoende financieel inzicht zouden hebben.  Ik deel die kritiek dus niet.  Burgers en belanghebbenden blijken in de praktijk van burgerparticipatie en co-creatie vaak over enorm veel (verborgen) creativiteit en deskundigheid te beschikken, zeker als het hun eigen leefomgeving betreft.  Natuurlijk is het goed dat ook vakdisciplines als stedenbouw en architectuur hun inbreng leveren. Maar belangrijk is daarmee naar mijn mening dat de deskundigen hun vakkennis adviserend ten dienste stellen van het groepsproces (burgerparticipatie, co-creatie en open planproces). Dat is dus een andere houding dan met hand en tand een eigen (binnenskamers) gemaakt ontwerp verdedigen als de enige passende en doordachte invulling van het plangebied.

 Essentieel voor het slagen van burgerparticipatie en co-creatie is dus dat de gemeente (in samenwerking met een stedenbouwkundig bureau of architect) bereid is niet slechts te werken vanuit een eigen visie maar zich juist ook echt openstelt voor creativiteit en deskundigheid die vaak bij betrokken burgers en andere belanghebbenden in verrassend ruime mate aanwezig is. Dan zou in samenspraak met het stedenbouwkundig bureau en de gemeente tot geheel nieuwe gedachten en planvorming kunnen worden gekomen.  Juist omdat de SVE zo hecht aan co-creatie heeft zij ervoor gewaakt zelf met uitgewerkte blauwdrukken voor gebiedsontwikkelingen te komen.  Wie echt gelooft in de kracht van samenspraak van alle betrokkenen moet niet met blauwdrukken werken, maar hooguit met ambities op hoofdlijnen. In samenspraak met alle betrokken moeten ook die ambities op hoofdlijnen nog aangepast en anders ingekleurd kunnen worden.

In het eerder aangehaalde coalitieakkoord lezen we:

“Gemeenteraad, college, ontwikkelaars en inwoners werken via een nieuw, helder participatieproces waarin de rol en positie bij ruimtelijke ontwikkelingen voor eenieder duidelijk zijn beschreven.  We stellen kwalitatieve en kwantitatieve eisen aan het proces van inspraak en leggen spelregels vast opdat de gemeenteraad zijn kaderstellende en controlerende rol goed kan uitoefenen. We geven ruim baan aan burgerinitiatieven. In de aanloop naar de inwerkingtreding experimenteren we alvast met de Omgevingswet. Onze Omgevingsvisie wordt in deze bestuursperiode afgerond.”

Uiteraard ben ik heel benieuwd of deze recente  formulering in het akkoord van de huidige coalitie in Amersfoort tot echte participatie in de vorm van co-creatie aanleiding geeft, te beginnen bij de Kop van Isselt en de Eemoevers.  In een artikel in Cobouw van december 2015 schreef ik al:

“Meebeslissen

Niet alleen in Amersfoort, maar in alle gemeenten verandert de relatie tussen bestuur en burger. Belanghebbenden nemen er geen genoegen meer mee een kant-en-klaar stedenbouwkundig plan voorgeschoteld te krijgen, waarover ze alleen nog in de marge hun zegje mogen doen. Ze willen vanaf het begin meedenken en meebeslissen.

De gemeente doet er verstandig aan deze roep om participatie te honoreren en niet alleen bij groenprojecten. Het is niet geloofwaardig de burger in het ene geval wel te vertrouwen en in het andere niet. Bovendien is het in de geest van de komende Omgevingswet om betrokkenen meer zeggenschap te geven tijdens het voortraject van elk plan. Dat komt de kwaliteit én het draagvlak ten goede.”

Begin juli 2018 werd een delegatie van de SVE uitgenodigd door ambtelijke projectleiders om ‘verkennend’ te spreken over die ontwikkeling.  Een teleurstelling was dat de Kop van Isselt werd aangemerkt als onderdeel  van de uitwerking van de Visie Stadshart, die in de afgelopen bestuursperiode op hoofdlijnen is vastgesteld door de gemeenteraad. De grens zou worden getrokken tussen het spoor (dus inclusief de Wagenwerkplaats) en de Eem.  Voor de SVE een teleurstelling, omdat bij de door ons bepleite insteek om de gebiedsontwikkeling vooral ook vanaf het water te bekijken de zuidelijke oever van de Eem dan wel in beeld zou zijn maar de noordelijke niet. Bovendien is het gebied dat wordt uitgewerkt toch wel groot, met verschillende participatieachtergronden uit het verleden. De Zonnehof, Wagenwerkplaats, Soesterkwartier en binnenstad hebben zo hun eigen geschiedenis in Amersfoort. Er zijn minstens vijf stedenbouwkundige bureaus die eerdere visies hebben gemaakt voor verschillende deelgebieden. De gemeente zou onder leiding van de stadsbouwmeester, Loes Oudenaarde, tevens voorzitter van de Commissie Ruimtelijke kwaliteit, binnenkort een samenhangend advies over een geactualiseerde visie aan het College gaan aanbieden.  Dit is ondanks aandringen van de SVE nog steeds niet openbaar gemaakt. Overigens ligt de focus van de SVE en derhalve ook in dit artikel op de Kop van Isselt, de Eemhaven en de oevers van de Eem.

Enfin, met een positieve grondhouding is het verkennende gesprek gevoerd waarbij de SVE wel duidelijk heeft aangegeven meer te verwachten dan ‘marginale’ inspraak met slechts klankbordgroep- of pizzabijeenkomsten, waarbij genodigden hooguit reeds ver uitgewerkte plannen of visies van een reactie mogen voorzien, maar wijzigingen vaak nog maar marginaal worden doorgevoerd.  Financiële argumenten, mede gebaseerd op dreigende vertraging in start bouw en oplevering van woningen, wonnen het in de afgelopen jaren vaak van creatieve nieuwe inbreng en/of gerechtvaardigde kritiek.

De SVE werd , evenals andere organisaties, al voor de totstandkoming van het nieuwe college uitgenodigd voor de door Common Eye, Habitoo en Studio SUE georganiseerde ‘samenwerkingstafel’ o.l.v. een onafhankelijk voorzitter.  Deze Samenwerkingstafel beoogt alle ‘stakeholders’ met elkaar in gesprek te brengen over de toekomstige vormgeving van De Kop van Isselt. De Samenwerkingstafel is een wetenschappelijk opgezet instrument en is een inmiddels beproefd concept. Een eerste fase  zou er bijvoorbeeld uit kunnen bestaan dat mede op basis van inbreng van een extern expertteam gezamenlijk met de gesprekspartners een uitgangspuntendocument wordt opgesteld.  Voor de SVE is daarbij van belang dat betrokken burgers via een transparant proces duidelijk een inhoudelijke inbreng kunnen leveren.  Als dat gewaarborgd is zal de SVE aan die Samenwerkingstafel deelnemen.

Over de follow-up en de vraag in hoeverre de gemeente zich daadwerkelijk wil verenigen met het beoogde overleg met diverse groeperingen en welke rol de gemeente daarin tijdens en na dat overleg voor zichzelf ziet is vooralsnog veel onduidelijk. Volgt de gemeente de gesprekken op afstand of participeert ook de gemeente daar zelf in?  En in hoeverre acht de gemeente zich vrij om de uitkomsten (zelfs als die eenduidig zijn) slechts gedeeltelijk of zelfs in het geheel niet te verwerken in de besluitvorming die nodig is om tot een nieuwe ruimtelijke inrichting te komen?

Het lijkt erop dat de gemeente de samenwerkingstafel toch ook als een belemmering ziet voor het voeren van haar eigen regie, terwijl juist de gemeente onderdeel zou moeten zijn van een gezamenlijke aanpak.  Momenteel wordt met verschillende beoogde gesprekspartners in de Samenwerkingstafel overlegd om  de krachten te bundelen en  tot een projectvoorstel voor de eerste fase van een Samenwerkingstafel te komen.

Wie samen met de Stichting Vrienden van de Eemhaven(SVE) en met mij reikhalzend uitkeek naar het nieuwe collegeprogramma en de daden van de nieuwe gemeenteraad in de hoop dat op het gebied van participatie een nieuwe wind zou gaan waaien bij het betrekken van de burger bij nieuwe gebiedsontwikkelingen zal nu - na bijna 6 maanden -  toch getroffen zijn door een gevoel van teleurstelling.  Misschien zijn er goede bedoelingen, zoals zo fraai verwoord in het collegeprogramma. Echter, in de praktijk lijkt bij de discussie over de vormgeving van de Eemoevers en de Kop van Isselt op z’n  minst nog erg veel onduidelijk, of ‘oude wijn in nieuwe zakken’.

De SVE vindt het in ieder geval geen goede zaak dat de gemeente de  voorgenomen bebouwing met appartementen van de huidige locatie van de WAR als een randvoorwaarde bij de verdere toekomstige vormgeving van De Kop van Isselt en de oevers van de Eem lijkt te beschouwen. De  SVE zal bij de gemeenteraad  en aan de Samenwerkingstafel  op dit punt meer discussieruimte bepleiten.

In dit artikel heb ik mijn pleidooi voor burgerparticipatie en voorkeur voor co-creatie uiteengezet met als insteek de gebiedsontwikkeling in de Kop van Isselt en langs de oevers van de Eem. Ik ben ingegaan tegen mogelijke bezwaren die soms worden geopperd tegen burgerparticipatie en heb erop gewezen dat ook in het collegeprogramma participatie wordt omarmd.

Co-creatie  is bij de planvorming voor de Kop van Isselt en de Eem   vooralsnog ver te zoeken en het lijkt erop dat de communicatie vanuit het stadhuis dicht aankruipt tegen de bij burgers zo verafschuwde dicterende houding i.p.v. brede participatie. Er lijkt nog heel wat water door onze fraaie Eem te moeten stromen voordat de participatie van betrokken burgers, grondeigenaren, bedrijven en andere belanghebbenden bij de Kop van Isselt in een open planproces vorm krijgt. Een proces op basis van gelijkwaardigheid van alle gesprekspartners.

Daarom is het goed dat er initiatieven vanuit de stad zelf op gang worden gebracht, zoals via de start van de Samenwerkingstafel, die voortkomt uit de Omgevingswet, desnoods zelfs zonder steun van het college.  Initiatieven  van burgers waarderen en  het  niet alleen in woord, maar ook in de praktijk van gebiedsontwikkeling serieus nemen van inbreng van burgers,  moet echt worden gerealiseerd en desnoods worden afgedwongen.

In ieder geval hoogste tijd dat er nu zicht komt op de te volgen overlegvorm en procedure voor dit mooie gebied . We moeten niet terecht komen in communicatie die zich te lang beperkt tot de voor reizigers  irriterende mededeling bij treinvertragingen: “ Helaas is er een onbekende vertraging opgetreden, let u op de omroepberichten met nadere mededelingen, onze excuses voor het ongemak….”.

De ontwikkeling van de Kop van Isselt en de Eemoevers is  immers een mooie kans voor de gemeente Amersfoort. Hier kan ze laten zien hoe je in echte samenwerking en samenspraak met de stad kan komen tot toekomstbestendige invulling van dit complexe gebied. Een grote kans om de stad weer te verbinden met de Eem, de rivier waaraan Amersfoort haar naam ontleent.